Heb je al vaak met grote bewondering en nieuwsgierigheid gekeken naar wat er zich achter het glas van een squashterrein afspeelt? En wil je nu eindelijk eens zelf aan de slag? Voordat je het beste van jezelf geeft, neem zeker volgende squashtips in acht.
1. Verdiep je in de regels
Elke sport heeft zijn eigen regels. Bij squash is dat niet anders. In het begin is het zeker geen slecht idee om je materiaal een keertje vrij uit te testen. Als je wedstrijdjes begint te spelen, is het natuurlijk eens zo leuk om te squashen volgens de officiële regels.
Kort samengevat zijn dit de belangrijkste regels:
- Je speelt één tegen één, al kan je ook dubbelwedstrijden spelen;
- De bal mag hoogstens één keer botsen;
- Wie als eerste elf punten scoort, wint. Is de score 10-10, dan kan je de set pas winnen met twee punten verschil;
- Bij elk gewonnen punt klim je in score, ook als je de opslag niet hebt. De opslag gaat naar degene die het voorafgaande punt heeft gewonnen;
- Meestal wordt de winnaar bepaald na drie of vijf sets;
- Opslaan doe je vanuit je eigen opslagvak. Minstens één voet dient in het vak te staan bij de opslag;
- Bij de opslag dient de bal de voormuur te raken tussen de bovenste uitlijn en de middelste rode lijn. De bal dient nadien helemaal achter de lange rode lijn (deze loopt van zijwand naar zijwand) op de vloer te landen. Steeds op de helft van je tegenstander;
- De bal mag de muur nooit op of onder de laagste rode lijn (de houten plaat), of op of boven de uitlijnen (zowel op de voormuur als op de zijwanden) raken;
- Eens het spel aan de gang is, mag het balletje de voormuur raken via de glazen wand of via de zijwanden.
2. Zoek de ideale partner
Squash wordt pas echt leuk als je een partner vindt die in de buurt komt van je eigen niveau. Op deze manier leer je sneller bij en dat zal je vlug merken aan je niveau. Ook conditioneel maak je grotere sprongen, want je drijft elkaar tot het uiterste.